overzicht stromingen

stromingen modernisme 1900-1940
Rond 1900 is de wereld sterk in ontwikkeling. De industrie brengt met treinen, auto’s en vliegtuigen talloze nieuwe producten de wereld rond, maar ook de tank, mitrailleur en het gifgas worden ontwikkeld. Het communisme wordt geboren, de psychoanalyse ontdekt nieuwe diepten in de menselijke ziel en de relativiteitstheorie van Einstein verruimt de grenzen van de wetenschap. Kunstenaars creëren vol idealisme nieuwe werelden op doek, in beelden en in de architectuur, maar zij maken ook de ellende van die tijd zichtbaar.

Jugendstil of Art Nouveau  1890 – 1910
Deze nieuwe internationale vormgevingsstijl brak met de strenge neostijlen en het 'vormeloze' impressionisme. Er groeide een zeer decoratieve stijl, met ranke, gestileerde lijnen en vormen die ontleend zijn aan de natuur. De stijl gaf een eigentijds levensgevoel weer en werd vooral toegepast in de architectuur en design.

Futurisme  1909
De futuristen eisten de vernietiging van alle tradities. Snelheid, energie, agressie, krachtige lijnen en dynamiek moesten in de kunst tot uitdrukking komen. In de schilderkunst werden aspecten uit het expressionisme, kubisme, pointillisme en film verwerkt.

E X P R E S S I O N I S M E

Voorafgegaan door Van Gogh, stellen kunstenaars hun emoties centraal in de kunstwerken die zij maken, met een directe wijze van werken. Felle kleuren – vaak andere kleuren dan in werkelijkheid – en een heftige manier van schilderen zijn daarvan de kenmerken. De nadruk ligt op het gevoel.
De eerste expressionistische schilderijen werden al aan het eind van de 19e eeuw in Frankrijk gemaakt door Matisse en de Fauvisten. Als in 1904 in Duitsland kunst uit Oceanië en Afrika tentoongesteld wordt, zijn Kirchner en andere kunstenaars van Die Brücke diep onder de indruk van de directheid van de ruwe, heftige gevoelens en de kracht van deze ‘primitieve’ kunst. Het wordt een belangrijk uitgangspunt. Als tweede groep ontstond Der Blaue Reiter.

De expressionisten wilden vooral emoties verbeelden, zij verzetten zich daarom tegen de natuurgetrouwe weergave en gebruikten krachtige kleuren en vereenvoudigde of gedeformeerde vormen.
Er zijn ook abstract werkende expressionisten, waaronder Kandinsky en Paul Klee. Zij namen muziek als uitgangspunt, om in hun schilderijen emoties over te brengen met klankkleur.
Uit het fauvisme en het expressionisme ontwikkelden zich verschillende latere stromingen, als Cobra, het abstract expressionisme en de Nieuwe Wilden.

A B S T R A C T E   K U N S T
Kunst wordt autonoom, met nadruk op kleur, vorm en compositie. Er ontstaan verschillende stromingen waarin abstracte of geabstraheerde kunst een nieuwe wereld in beeld bracht.

Kubisme  1910-1914
In het kubisme onderscheidt men het analytisch kubisme (de voorstelling is opgedeeld in kleine vakjes) en het synthetisch kubisme (de compositie wordt overzichtelijker en krijgt meer kleur).
- de voorstelling werd herleid tot geometrische vormen.
- een voorstelling werd vanuit verschillende gezichtshoeken weergegeven
- als gevolg daarvan verween de ’logische’ diepte uit het schilderij.
De kubisten gebruikten als eersten de voorloper van de collage: de papiers collés.

W E R E L D V E R B E T E R A A R S

Er waren ook stromingen waarbij de kunstenaars ervan overtuigd waren dat zij de wereld met hun kunstwerken zouden kunnen verbeteren. Zulke utopische idealen werden bij De Stijl, het Bauhaus en het Constructivisme ontwikkeld. Zij hebben met elkaar gemeen dat zij een betere maatschappij wilden en geloofden in socialistische idealen.

De Stijl  1917
Mondriaan was een van de belangrijkste theoretici van kunstenaarsgroep De Stijl. Zijn werk in primaire kleuren en horizontale en verticale lijnen gaf hij de naam neoplasticisme. Het doel was het nastreven van een betere maatschappij die verwezenlijkt kon worden door de zuivere vormen en de pure, harmonieuze kunst van deze stroming.

Bauhaus  1919 – 1933

Oprichter Walter Gropius streefde in deze hogeschool voor de kunsten naar eenheid tussen beeldende kunsten, architectuur en toegepaste kunst. Studenten kregen les in functionele vormleer en moderne productietechnieken. Gropius betrok veel internationale kunstenaars bij het Bauhaus. De school had invloed op de ontwikkeling van de Nieuwe Zakelijkheid en het functionalisme.

Constructivisme  1913 – 1922
Het constructivisme ontwikkelde zich vanuit het kubisme en futurisme. Constructivisten als Malevich, Tatlin en El Lissitzky wilden met hun kunst een nieuwe, esthetische en geconstrueerde werkelijkheid bereiken. Het Russische constructivisme komt in vormgeving en uitgangspunten overeen met De Stijl in Nederland.
Vanaf 1915 werkte Malevich in het suprematisme met abstracte, geometrische figuren zoals vierkant, cirkel en rechthoek en zuivere kleuren. Malevich wees het afbeelden van voorwerpen of ideeën af. Kunst was verbonden met het spirituele, en moest geen politieke, utilitaire of sociale doelstellingen of pretenties hebben. Kunst behoorde autonoom te zijn. Malevich inspireerde het Europese constructivisme, het Bauhaus en -later- Minimal Art.

D A D A  en het  S U R R E A L I S M E
leggen de nadruk op het onlogische, het associatieve.

Dada  1916
Dadaïsten beschouwden zich als antikunstenaars. Het meest beroemde voorbeeld hiervan maakte Marcel Duchamp, hij ondertekende een urinoir met een valse handtekening en zond het in voor een tentoonstelling. De vragen die hij ermee opriep geven nog steeds stof tot nadenken: Wanneer is iets kunst? Wie bepaalt of iets kunst is? Met hun collages, onzinpoëzie en vervreemdende ready mades heeft Dada de weg vrijgemaakt voor kunstvormen als het surrealisme, de conceptuele kunst, Fluxus, performances en Arte Povera.

Surrealisme  1924
In het Surrealisme werd het fantastische, irreële en onbewuste in beeld gebracht. Freudiaanse associaties en dromen, onbewuste handelingen en fantasieën boden nieuwe inspiratie.
Men ontwikkelde technieken als de collage, frottage en het automatisch schilderen. Er ontstond een realistische (Dali) en abstracte (Miro) richting.